Anoniem, Suikerstrooiers, omstreeks 1700-1720
Porselein, zilver, hoogte 17 cm
Objectnummer AB1573-A-B
In langdurig bruikleen bij Zeeuws Museum, Middelburg
Karwan Fatah-Black
"Hoewel nog altijd kostbaar, waren porseleinen suikerstrooiers een spaarzaam alternatief voor de zilveren variant. Rond 1700 maakte de consumptie van suiker, koffie en thee een revolutie door. Tot het einde van de 17de eeuw waren het luxeproducten geweest, maar toenemende beschikbaarheid zorgde voor een grote verandering in het Europese consumptiepatroon. Uit boedelinventarissen weten we dat zelfs de armen in de Republiek in deze tijd koffie en thee met suiker dronken. De ‘invention of breakfast’ werd gefaciliteerd door de grote handelscompagnieën. De VOC die rijk en beroemd was geworden dankzij de handel in kruiden voor een kleine elite, verlegde haar aandacht naar bereikbare luxe voor de massa. In de Cariben werden hele eilanden ontbost en in cultuur gebracht voor de productie van suiker. De suikerstrooiers brengen deze wereld bijeen: toenemende consumptie van een product, door slaafgemaakten geproduceerd, dat dankzij exotische motieven op de strooiers een luxueuze uitstraling behoudt."
Aspha Bijnaar
"Gedachteloos roeren Nederlandse dames van stand met zilveren theelepels in hun kopje genot. Suiker was naast cacao, koffie en tabak een belangrijk handelsproduct tijdens de trans-Atlantische slavenhandel. Suiker was schaars, delicaat en duur. Maar ‘Hoe duur was de suiker?’, vroeg de Surinaamse schrijfster Cynthia McLeod zich af in haar gelijknamige boek, dat, toen het in 1987 in Paramaribo uitkwam, insloeg als een bom. Ook in Nederland werd het boek een bestseller; het is verfilmd in 2013. Ik was een jaar of 21 en las het in één adem uit. Op de suikerplantages persten slaafgemaakten het sap uit het suikerriet dat zojuist was geoogst, om vervolgens gekookt te worden in ‘kapa’, grote ijzeren pannen. Dit was risicovol en precisiewerk. Een stoker zorgde ervoor dat het vuur aan bleef. Omdat het goedje niet mocht aanbranden, roerden roerders voortdurend in de pan. Een ‘bosroman’, een borstelman, gebruikte tijdens dit kookproces een grote borstel om de suiker die aan de wanden van de ‘kapa’ kristalliseerde terug te dringen naar het gloeiende midden. Op de koop toe nemend de spattende suikerkristallen die brandwonden en littekens op zijn huid veroorzaakten. Peroen Peroen, een bekend kinderliedje uit de slavernij, verhaalt hierover: ‘Bosroman peni, Bosroman bron’, ofwel: ‘De borstelman is gespikkeld, de borstelman is verbrand’."
Margot Langelaan
"Deze strooibussen zijn van Chinees porselein uit de periode van de Qing-dynastie. Ze zijn geglazuurd en hebben een decoratie in het onderglazuur van blauw op wit. Er is een fraai opengewerkt strooigedeelte en bovenop is een zilveren knopje aangebracht. De decoratie geeft Chinese dames weer die vertoeven in de natuur.
Eeuwenlang was China voor de Europeanen een mysterieus land, maar door de VOC-handel kreeg het meer bekendheid. Al snel na de eerste import van Chinees porselein kwam er meer vraag naar. Als gevolg daarvan werd het porselein geïmiteerd en ontstond het Delfts blauw.
De suikerstrooiers zijn verzameld door Willem H. Bal (1880-1962). Hij was antiquair en een groot verzamelaar van Oosters porselein en Delfts aardewerk. Bal was een markante figuur die vanuit Middelburg op de fiets door de provincie reisde op zoek naar bijzondere stukken. Bal en zijn zuster Susanne schonken hun collectie aan de Nederlandse Staat. De collectie Bal geeft een indruk van de stukken die zijn verscheept door de VOC en particulieren. Sinds 1963 zijn de objecten, inclusief de suikerstrooiers, in bruikleen bij het Zeeuws Museum."