Nicolaes van Ravesteyn (1661-1750), Portret van Anna de Bye (1636-1713), echtgenote van Jacob van den Steen, omstreeks 1690
Olieverf op doek, 85 x 74 cm
Objectnummer C2014
Eric Domela Nieuwenhuis
"Naast een welgestelde vrouw staat een gekleurde jongen met in zijn handen een rieten mand met druiven, appels en ander fruit. Hij kijkt naar de dame op. Zij kijkt de toeschouwer aan, zonder op hem te letten. De jongen, van wie de naam niet bekend is, draagt om zijn hals een geknoopte kravat en in zijn rechteroor een gouden ring. Anna draagt een kostbare parelketting en oorbellen. Parels werden door de VOC vooral gehaald uit de Golf van Mannar, tussen Zuid-India en Sri Lanka.
Het schilderij is samen met tien andere portretten in 1971 aan het Rijk geschonken door de familie Van den Steen van Ommeren en behoort tot een groep van zes aan Nicolaes van Ravesteyn toegeschreven portretten. Het dateert uit omstreeks 1690. Anna de Bye, vrouwe van Wayestein, was toen 54 jaar oud en weduwe. Of zij werkelijk een gekleurde bediende had, is niet bekend. Van de ruim dertig portretten die aan Nicolaes van Ravesteyn worden toegeschreven, zijn er zes waarop gekleurde bedienden staan. Naast het hier besproken portret vijf van hoge officieren. Vier van hen zijn Schotse officieren in Staatse dienst, waaronder Hugh Mackay of Scoury, de zwager van Anna de Bye. Het vijfde is het vermoedelijke portret van Anna’s schoonzoon Isaac de Perponcher Sedlnitsky, commandeur van Hulst."
Jessica de Abreu
"Een witte vrouw met parelketting houdt zich vooral bezig met het rechttrekken van haar sjaal die langs haar schouders over haar jurk glijdt. Een kleine zwarte jongen kijkt naar de vrouw op; zij kijkt recht naar voren. De jongen draagt donkerkleurige kleding met een witte kraag. Achter de jongen zien we de schemering van een bos, achter de vrouw een rood glanzend gordijn.
Op verschillende manieren kan worden waargenomen hoe het portret voornamelijk is geconcentreerd op de vrouw. Ondanks de aanwezigheid van de jongen op de achtergrond is de lichtval van het schilderij volledig gericht op de dame en haar klederdracht. Hierdoor valt de jongen op de donkere achtergrond minder op en verdwijnt langzaam uit onze focus. In de westerse beeldvorming was een jonge persoon van Afrikaanse afkomst zowel een bediende die ooit had bestaan, als een statussymbool. De vrouw is Anna de Bye, echtgenote van Jacob van den Steen en afkomstig van een welgestelde familie. De naam van een jonge zwarte bediende zoals op dit witte portret blijft vaak onbekend."
Karwan Fatah-Black
"De Republiek der Verenigde Nederlanden hield zich uit militair-strategische en economische motieven bezig met overzeese oorlogsvoering, kolonisatie en slavernij. Daarbij volgde de Republiek de paden die eerder door de Portugezen en Spanjaarden waren bewandeld. Maar kijkend naar dit portret komt de vraag op of er niet ook een culturele dimensie was aan de wens om overzee slavenkolonies te besturen. Zwarte bedienden waren een populair element op portretten van de adel, kooplieden en bestuurders rond de hoven van Frederik Hendrik en Willem III. Samen met parels en uitheemse vruchten toonden de geportretteerden aan hun gelijken dat ze wisten wat er in de wereld te koop was en dat ze bovendien gezag hadden in die wereld. Was de Amsterdamse aanschaf van Suriname alleen ingegeven door de mogelijke baten die het zou opleveren? Of was het doel ook de Amsterdamse stedenmaagd een eigen zwarte dienaar te verschaffen?"